A

Adler, A. (1937). Levensproblemen. Utrecht: Erven J. Bijleveld.

Adler, A., (1969). Het moeilijke kind. Amsterdam-Antwerpen.

Adler, A. (2020). Mensenkennis. Boom, Meppel. ( Erven J. Bijleveld, Utrecht).

Adler, A. (1933). De Psychologie van het Individuele op school en in het gezin.  Erven J. Bijleveld, Utrecht.

Adler, A. (2011). De zin van het leven.  Boeve Boeken, Hattem.

Andel, van, O.-Ripke (1950). De eerste sociale periode in het kinderleven en de crisis der jeugdjaren. Erven J. Bijleveld, Utrecht.

Allers, R. (1935).Het succes van een dwaling. Tilburg.

Andel - van Ripke, O., & Andel, van J.C. (1948).Moeilijkheden en mogelijkheden der rijpere jeugd. Erven J. Bijleveld, Utrecht.

Ansbacher, H. A. (1982). Alfred Adlers Individual Psychologie. München.

Arndt, J.L., (1947).Psychoanalyse en zelfinzicht. Stenfert Kroese, Leiden.

Arndt, J.L. (1967). Onnodig lijden. Den Haag.

Asperen, G.H. (1969). Psychotherapie - concentrische methode. Utrecht-Antwerpen.

B

Baan, P.A.H. (1946). Het minderwaardigheidsgevoel. Stenfert Kroese, Meppel.

Bauer, W.W., (1950). Plaag uw kinderen niet langer. De Spieghel, Amsterdam.

Belmans, H. (1976). Adlers Individual psychologie en haar impact op opvoeding en opvoedkunde. Universiteit Leuven.

Berne, Eric. (2003). Mens erger je niet. De psychologie van de intermenselijke verhoudingen. Aula, Amsterdam.

Berg, J.H. van den.(1956). Over neurotiserende factoren. Nijkerk.

Berg, J. H. van den.( 1964). Dubieuze liefde in de omgang met het kind. Nijkerk.

Berg, J. H. van den (1969). Kleine psychiatrie. Nijkerk.

Berg, J. H. van den. (1970). Diepte psychologie. Nijkerk.
Bij de Vaate, J. (2004). Psychologie voor het dagelijkse leven. Amsterdam: SWP.   

Bottome, P.& Landre-Tollenaar, M.J. & Aardweg van den, H.P.(1940). Alfred Adler. Wegbereider ener betere wereld.

Bottome, P. Alfred Adler. Amsterdam.

Bongers, Marcel. (2016). Wat het leven kan betekenen voor jou. Uitgeverij: Fountain Of Inspiration.

Boudier- Bakker, I. (1933). De verschijningen der mensenziel in het sprookje. Amsterdam.

Blumenthal, E. (2012). Op weg naar innerlijke vrijheid. (v. M. Boxtel, Vert.) Hattem: Boeve Boeken.

Blumenthal, E.(2011) In jezelf geloven. Assen: Anode
Bredeé, J. (1934). Alfred Adlers Individual psychologie. Rotterdam.
Bühler, CH. (1964). Psychologie in de moderne wereld. Amsterdam- Brussel.

 

C

Carp, D.A.D.E. (1938).De individual-psychologische behandelmethode. De tijdstroom, Lochem.

D

Daad, Cor. (1950). Je bent jong en dat is fijn. Uitgeverij Bart, Amsterdam.

Dreikurs, R.(1933). Alfred Adler's Individual psychologie. Bredée, Rotterdam.

Dreikurs, R. en Stolz, V. (1998). Kinderen dagen ons uit. Amsterdam: Ooievaar.

Dreikurs, R. en Ronge, P.H.(1948). Hoe voed ik mijn kind op? Utrecht: Erven J. Bijleveld.

Dreikurs, R.(1961). Het Huwelijk ,een uitdaging.  Erven J. Bijleveld, Utrecht.
Dreikurs, R. Blumenthal, E.,. (1976). Ouders en kinderen: vrienden of vijanden? Amsterdam:  Contact.

Dreikurs-Ferguson, E. (2013). De Theorie van Adler, Inleiding in de individual psychologie. (T. Joosten, Vert.) Hattem: Boeve Boeken.
Dumont, J.J. (1971). Leerstoornissen. Rotterdam.

Foudraine, J. (1971). Wie is van hout. Bilthoven.

Freud, Anna & Swelheim- de Boer, Reinsk. (1950). De psychoanalytische behandeling van kinderen. De Spieghel, Amsterdam.

Fromm, E. (1962). Liefhebben- een kunst, een kunde. Utrecht.

Fromm, E. (1966). De Zelfstandige mens. Utrecht.

 

G

Goble, F. (1972). De derde weg- de psychologie van Maslow. Rotterdam.

Greenberg, S. I.(1972). Neurose is een pijnlijke manier van leven. Baarn.

H

Harris, Thomas. (2014). Ik ben o.k., jij bent o.k. Inleiding in de Transactionele Analyse voor een breed publiek. Ambo|Anthos, Amsterdam.

Heij, W, de, e.a. (1958). Op zoek naar een pedagogisch denken. Roermond en Maaseik.

Heij, W , de. Onze kinderen. Haarlem.

Heij, W, de, e.a. (1973). Hoe leer ik mijn kinderen kennen?. Haarlem.

Hellinga, G. (1979). Het heersende type. De psychologie van Adler en de hedendaagse psychotherapie. Amsterdam: Boom.

Hendriks, Z. &. (1988). Gedragsproblemen op de basisschool. Nijmegen.

Hoekstra, W.(2010). De "Creatieve Kracht", Hoe kinderen hun persoonlijkheid creëren. Broek op Langedijk:Gigaboek.nl
Hoekstra, W. (2013). Help.....alle kinderen doen mee. Broek op Langedijk: Gigaboek.nl

Horney, K. (1949). Zelfanalyse. Amsterdam-Antwerpen.

Horney, K, e.a. (1950). Is een psychoanalyse voor u gewenst?. Amsterdam.

Horney, K. (1966). De neurotische persoonlijkheid van deze tijd. Utrecht.

Hulst, J.W.& van der Molen, IJ. (1970). Leerboek der pedagogiek. Groningen.

 

I

Isaacs, Susan. (1950). Ouders vragen raad. Born, Assen.

Isaacs, Susan. (1966). De kinderen die wij onderwijzen. Een psychologie voor leerkrachten en ouders.

Het Spectrum, Utrecht [etc.].

J

Joosten, Th.(2016) Introductie Individualpsychologie. Tien basisbegrippen. Hattem: Boeve Boeken.

Joosten, Th. (2013). De theorie van Adler. Inleiding in de individualpsychologie. Hattem: Boeve Boeken.

Jung, C.G. (1953). Psychologie en opvoeding. Van Loghum Slaterus, Arnhem, 

K

Kishimi,I.& Koga, F. (2013).De moed jezelf te zijn. Tokyo: Diamond.

Krevelen, van, D. Arn. (1948). De ontwikkelingsgang van het enige kind. Muusses, Purmerend.

Künkel, F. (1966). Opvoeding tot persoonlijkheid. Amsterd.am/Antwerpen: Wereld-Bibliotheek.

Künkel, F. (1932).Individu en gemeenschap. Servire, Den Haag.

Künkel, F. (1955). Karakter, groei en opvoeding. Wereldbibliotheek, Amsterdam.

Künkel, F. (1933). Karakter, liefde en huwelijk. Servire, Den Haag.

Künkel,F.(1933). Genezing van angst.

Künkel, F., (1935). Karakter, ziekte en gezing. Servire, Den Haag.

Künkel, F., (1933). Karakterkunde van de jeugd. H.J. Paris, Amsterdam.

Künkel, F., (1964). Inleiding tot de karakterkunde. Wereldbibliotheek, Amsterdam.

Künkel, F. (1964). Karaktervorming door zelfopvoeding. Amsterdam-Antwerpen.

Künkel, Fritz. en Künkel, Ruth. (1986). Moeilijke jeugd begrijpen. Psychologische beschouwing over de achtergronden van afwijkend gedrag bij kinderen, volgens de theorie van Adler. Stichting De Schuilhut, Amsterdam.

Kuiper, P.C. (1973). Psychoanalyse -actueel of verouderd? Deventer.

L

Laing, R.D. (1971). Het zelf en de anderen. Meppel.

Landre-Tollenaar, M.J. & Aardweg van den, H.P.(1940). Alfred Adler. Wegbereider ener betere wereld.

Lange, G, de. (1971). Kinderen zonder thuis in deze wereld. Groningen.

Letschert- Grabbe, B. (2008). Dennis de schrik van de school. Assen: Van Gorcum.

Lighthart, Jan.(1918,1919). Over opvoeding deel 1 en 2.Wolters Groningen [etc.].

M

Maslow, A.H. (1972). Motivatie en persoonlijkheid. Rotterdam.

Mennicke,C.A. (1941). Levensleer. Wijsgerig-psychologische beschouwingen Erven Bijleveld, Utrecht.

Mennicke, C.A. (1938). Moderne psychologie. Wereldbibliotheek, Amsterdam.

Miedema, P. (2001). Orde houden met verstand. Leeuwarden: Eduforce.
Miedema, P. (2001). Orde houden zonder tranen. Leeuwarden: Eduforce.
Miedema, P. (sd). (2001).De Klassenvergadering. Leeuwarden: Eduforce.

N

Nelsen, J. Opvoeden met Positive Discipline, (2017) Elsloo: Positive Discipline Nederland
Nelsen, J en Garsia, A. (2015, 2017). Discipline Tool - 52 kaarten om je vaardigheden als opvoeder te vergroten,  Elsloo: Positive Discipline Nederland(sd).

Nijkamp, W.M. (1951,1955,1965). De kleuter en zijn omgeving. Van Gorcum, Assen.

Nijkamp, W.M. (1953). De kleuter in de gemeenschap.  Wolters, Groningen [etc.].

O

Orgler, H. & Ronge P.H.(1940) Alfred Adler en zijn werk. Utrecht: Erven J. Bijleveld

P

Page, Hillary. (1954). Zijn spelen is leren. Het spel bij baby en kleuter. De Bussy, Amsterdam.

Painter, G., Corsini, R.,(1986). Praktisch ouderschap. Het ABC van de opvoeding. Rotterdam: AD Donker.

Painter, G., Corsini, R., (1986).Het ABC van de opvoeding. Donkder, Rotterdam.

Positive Discipline op school en de klas begeleidersgids, uitgegeven door Positive Discipline Nederland 2019

R

Reiss, Sidonie.(1951). Levenskoers en levensvernieuwing. Erven J. Bijleveld, Utrecht.

Rogers, C.R.(1971). Cliënt als middelpunt. Rotterdam.

Ronge, J. (1952). De Individual psychologie van Alfred Adler. Psychoanalyse en spiritualistische opvatting van de mens. Utrecht, Nederland.

Ronge, P.H. (1945.). Psychische opbouw der persoonlijkheid. een vergelijkend onderzoek van de grondslagen der Psychoanalyse en der Individual psychologie. Erven J. Bijleveld, Utrecht.
Ronge, P. (1948). Hoe voed ik mijn kind op.  Erven J. Bijleveld, Utrecht.
Ronge, P. (1948). Individual-psychologie. Erven J.  Bijleveld. Utrecht
Ronge, P. (1950). De zin van het leven. Erven J.  Bijleveld. Utrecht

Ronge, P.H. (1945)Psychische opbouw der persoonlijkheid. Erven J. Bijleveld. Utrecht:

Ronge, P.H. (1952). Over de psychologie der levenstijdperken. Erven J. Bijleveld, Utrecht

S

Sachs, F.H. (1968) Wie niet sterk is moet slim zijn. Amsterdam-Rotterdam. (niet in de handel).

Sachs, F. H. (1974). Over de opvoedkundige betekenis van Alfred Adler's individual psychologie. Leiden. (niet in de handel).

Salzmann, C. G. (1933). Het mierenboekje. Amsterdam.

Schilfgaarde, v. P. (1949). (2020).Mensenkennis.  Erven J. Bijleveld, Utrecht.

Schoenaker, T. (1969). De stotteraar op school en in de behandeling. Haarlem.

Schoenaker, T. (1971). Stotterjijofstotterik. Haarlem.
Schoenaker, T. (2005). Moed doet goed. Assen: Anode.
Schoenaker, T. (2005). Waar wacht je nog op? Assen: Anode.
Schoenaker, T. (2010). Loslaten, dan kan het leven doorgaan. Assen: Anode.
Schoenaker, T. (2011). Blijf jezelf en verander je leven. Hattem: Boeve Boeken.
Schoenaker, T. (2011). Het leven zelf vorm geven. Hattem: Boeve Boeken.
Schoenaker, T. (2012). De Creatieve Partnerschap. Hattem: Boeve Boeken.
Schoenaker, T. & Schoenaker ,J. & Platt, J.M.,(2005). Kinderen opvoeden en de vrede in het huis houden. Assen: Anode.

Schoenaker, T. (2009). Succes op school. Kampen: Ten Have.Sechehaye, M.A. (1971). Dagboek van een schizofreen. Rotterdam.

Schuurman, C.J. (1982). De medemens en wij. Contact met de medemens, met onszelf en met de wereld als geheel. 

Ankh-Hermes, Deventer.

Sechehaye, M.A. (1972). Terug naar het nulpunt. Rotterdam.

Sherman, Mandel. (1949). Psychologie van het menselijk gedrag.  Stafleu, Leiden.

Smeding, Anita. (2005). Het nieuwe individualisme: van hebben naar zijn. Smeding, Grouw.

Stevens, Luc, & Bors, Geert.(2013) Pedagogische tact. Nivoz uitgave. Garant.

Szasz, T.S. (1972). Geestesziekte als mythe. Rotterdam.

 

V

Verdonck, P.F. (1972). Lichaamsbouw en gedrag. Haarlem.

 

W

Way, L. Adlers psychologie en filosofie. Amsterdam.

Wilson, C. (1973). Van Freud naar Maslow- Nieuwe wegen in de psychologie. Rotterdam.

Wit, J. de, (1962). Problemen rond ede moeder-kind relatie. Amsterdam.

 

ARTIKELEN

Anders omgaan met kinderen. Utrecht: APS.

Bron, P. (1991). Kind en basisvorming.

Een Adleriaans experiment in Friesland. (1984, maart 15). NRC.

Feringa, L.  (1983). Groepscounseling voor kinderen. Baarn: PM Reeks.

Geen straf en geen beloning. (1985, maart 15). NRC.

Joosten, T. (1992, Oktober). Didactisch handelen in een pedgogische relatie. Basisschool Mangement.
Joosten, T. (1993, maart). Ieder kind wil erbij horen. Trends nr 5.
Joosten, T. J. (2010). Macht in opvoeding. Year Book .

Omgaan met kinderen. Utrecht: APS. Onderwijs is pas effectief, als het ook affectief is. (1992, april). Uitleg.

Soudijk, S. (1988, januari). Hoe zat het ook alweer met de theorie van Alfred Adler? Psychologie.

Vanpoucke, E. (1986, september). Opvoedend onderwijs naar
individualpsychologische inspiratie.
Watzema, P. (1979/1980). Het omgaan met kinderen. De wereld van het jonge kind.
Wytgaarder school een witte raaf in vernieuwingsland. (1983, juni 10). Leeuwarder Courant